Als een Tsjechische ingenieur in 1939 in Parijs arriveert, kan hij niet vermoeden dat hij drie jaar later zal moeten onderduiken in de donkere kelder van een Franse arts. In een brief aan zijn ‘Lieve Hana’ biecht hij alles op: de illusie van een dwaze liefdesaffaire waarvoor hij naar Parijs reisde, de druk die hij ondervond om zijn militaire uitvinding in handen van de Duitse autoriteiten te geven en het daaropvolgende arrestatiebevel. Hij worstelt met zijn schuldgevoel na zijn familie te hebben achtergelaten en met de aanvaarding van zijn lot: de tragische keuzen waardoor hij elke hoop om ooit naar huis terug te keren heeft moeten opgeven.
'De schuilplek' is de laatste brief van een man aan zijn vrouw. En ook het claustrofobische verhaal van een onschuldig mens, door politieke omstandigheden gedoemd tot waanzin en nostalgie.
EGON HOSTOVSKÝ (Hronov, Tsjechië, 1908 – Montclair, V.S., 1973) debuteerde eind jaren twintig en werd door de critici onthaald als een groot talent. In 1936 ontving hij de Tsjechoslowaakse Staatsprijs voor de Literatuur, maar drie jaar later werd zijn leven en werk voorgoed getekend door ontheemding en ballingschap: Hostovský was Joods en moest vluchten voor de nazi’s. Na de oorlog werden zijn boeken in het communistische Tsjechoslowakije verboden. Uiteindelijk vestigde de schrijver zich blijvend in de Verenigde Staten.
Egon Hostovský was een bloedverwant van Stefan Zweig en bevriend met Graham Greene, die zijn werk bewonderde. Tegenwoordig geldt Hostovský als een van de meest prominente Midden-Europese schrijvers van de twintigste eeuw
Inkijkexemplaar (pdf)
Recensies
Egon Hostovský schreef over een verstekeling in oorlogstijd. Zijn zielsnood is geen bijproduct van de actie, ze is de kern van het verhaal, aldus Alexandra De Vos in De Standaard.